Determineren, zo kunnen anderen je helpen
Als je vragen hebt over de mineralen die je hebt gevonden, geef dan zoveel mogelijk informatie als je kunt want dit kan zeker helpen en andere gebruikers van het forum zullen sneller reageren. Lees daarom eerst onderstaande adviezen. Het doorlopen van de stappen lijkt misschien een hele klus maar het is de moeite waard en helpt bij het determineren van je vondsten.
1 - FOTO moet duidelijk zijn. Gebruik de macro functie op de camera voor kleine exemplaren. Als de vondst te klein is dan kun je misschien verder inzoomen of later een klein deel van de foto bijsnijden en dit stuur je dan op. Gebruik daglicht en gebruik een statief of iets anders om je camera stabiel te houden. Als flitsen noodzakelijk is, hou dan een stukje vloei- of bakpapier voor de flitser om reflecties te voorkomen. Zet de afmetingen van je vondst of het aantal mm van het gezichtsveld (Field Of View = FOV) van de foto erbij want het maakt het determineren makkelijker als je weet of het een close-up is van een micromount of een mineraal van enkele tientallen millimeters groot. Probeer je foto ook te verkleinen naar een passend formaat. Een foto van 3264 x 2448 is lastig te beoordelen omdat deze niet volledig wordt getoond als je deze aanklikt, 1920×1080 is een goed formaat voor op de site.
(Sinds kort hoef je de foto's niet zelf te verkleinen. Op het forum wordt het formaat van grote foto's automatisch aangepast naar het formaat van 1920 x .... pixels. Als je een kleiner formaat plaatst dan wordt dit uiteraard niet aangepast.)2 - LOCATIE geef aan waar je de mineralen hebt gevonden. Een mijn, groeve, stad of streek zijn voor determinatie belangrijke hulpmiddelen en hoe nauwkeuriger de locatie, hoe meer kans dat je vondst kan worden gedetermineerd.
3 - MATRIX dat is het gesteente/de rots waarop het mineraal vastzit. Het helpt echt als je het verschil tussen een vulkanisch gesteente, graniet, pegmatiet, gneis, zandsteen of kalksteen kunt aangeven. Weet je dit niet stuur dan ook een foto van het gesteente/de rots waarop het mineraal zit, of een foto van de berg waarop je het mineraal hebt gevonden.
4 – KLEUR van je mineraal probeer je zo goed mogelijk te beschrijven door bijvoorbeeld te verwijzen naar andere stenen of andere alledaagse voorwerpen. Door omstandigheden is de kleur van het mineraal op de foto niet nauwkeurig genoeg zodat de kleur daarop niet juist is. De kleur omschrijven zoals je die in daglicht ziet kan helpen bij het determineren van je mineraal.
5 - GLANS is misschien wel de moeilijkste voor iemand die er nog geen ervaring mee heeft. Je kunt dit het beste met daglicht controleren. Begin met metaalglans, semi metaalglans of geen metaalglans. Daarnaast kun je nog andere omschrijvingen toevoegen als; zijdeachtig, vezelig, glazig (kwarts), vette wasachtig glans (talk), harsachtige glans, parelmoer, gips enz.
6 - VORM is een van de leukste om te ontdekken en op te zoeken. Kijk goed naar de geometrische vorm en beschrijf die. Gebruik een vergrootglas om dit te onderzoeken als het klein is. De kristalvormen en de daaraan gerelateerde mineralen kun je onder andere vinden op de site van Smorf.nl
7 - HARDHEID van mineralen kunnen we meten aan de hand van de schaal van Mohs. De hardheid op de schaal van Mohs wordt uitgedrukt in een getal van 1 tot 10 waarbij 10 de hoogste hardheid is, die van diamant. Eigenlijk is het heel simpel: een hard mineraal maakt een kras op een zacht mineraal. De hardheid kan worden getest met behulp van een reeks van andere mineralen die gemakkelijk beschikbaar zijn zoals Talk-1, Gips-2, Calciet-3, Fluoriet-4, Apatiet-5, Orthoklaas-6 en Kwarts-7. Sommige van deze mineralen zijn in de natuur te vinden, misschien in de buurt of als je op een zoektocht het mineraal vindt maar ook door ruiling, of goedkoop op een mineraalbeurs als je vertelt dat je ze voor een hardheidstest wilt gebruiken. Het hoeven geen kristallen te zijn en een afvalstuk is voldoende. Er zijn ook andere voorwerpen die je kunt gebruiken zoals je duimnagel-1-2, een koperen munt-3, het lemmet van een mes-4-5, een nagelvijl-6, glas-6-7.
8 – STREEP een andere krasproef is het bepalen van de streepkleur. Op een porseleinen tegeltje laat een mineraal een streep achter. De kleur van de streep wordt een streepkleur genoemd. Deze kan handig zijn om bijvoorbeeld hematiet en magnetiet uit elkaar te houden. Beide mineralen zijn zwart, maar de streepkleur van hematiet is rood en die van magnetiet zwart.
9 - ANDERE Behalve kleur en de kristalvorm zijn er nog enkele andere eigenschappen die we kunnen waarnemen. De manier waarop een mineraal breekt kan veel vertellen over het mineraal. Glasscherven hebben een schelpvormige breuk. Deze schelpvormige breuk treffen we ook aan bij kwarts. Andere mineralen hebben weer een brosse, korrelige breuk. Een kristal breekt soms heel netjes langs een plat vlak. Dit vlak wordt dan bepaald door de kristalstructuur van het mineraal. We noemen dit splijting. Een voorbeeld van splijting is de groep van de mica's, die splijten namelijk in dunne laagjes.
Magnetisme is een andere eigenschap die je makkelijk kunt testen. Een magneetkompas zal van richting veranderen als je er een ijzerhoudend mineraal tegenaan houd. Bij het draaien van een (zwak) magnetisch mineraal zal de kompasnaald telkens een andere positie aannemen door de magnetische polen van het (zwak) magnetisch materiaal.
Met een low cost lange golf ultraviolet (UV) lamp kun je controleren of het mineraal fluorescerend is.
10 - CHEMIE Door de chemische eigenschappen van mineralen is het ook mogelijk om met bijvoorbeeld zoutzuur een test te doen. Omdat het werken met chemische producten gevaarlijk is (ze zijn bijtend en giftig) moet je deze altijd in goed geventileerde ruimten gebruiken en altijd geschikte handschoenen, een veiligheidsbril en een gezichtsmasker dragen. Om die reden wordt het gebruik van zoutzuur niet verder behandeld.
Bron: http://www.mineral-forum.com/message-board/viewtopic.php?p=19487#19487